Ouwe Stomp is een eerbiedwaardige uitdrukking voor een (bijna) afgezwaaide dienstplichtige militair. Kenmerk van een ouwe stomp is dat deze ‘het niet (meer) zo scherp ziet’ en ook – als er een zeker element van vrijwilligheid wordt gevraagd – er niet intreedt/instapt. Onder een uitnodiging om deel te nemen aan een mars in de avonduren stond eens geschreven: Daar zal de oude stomp niet intreden.
Een ander kenmerk is dat een ouwe stomp zich door een bepaald kenteken van de rest der dienstplichtige mensheid trachtte te onderscheiden. In het verleden vervaardigde en droeg men (onofficieel) een ouwe-stompstok, een stok die op zeer uiteenlopende wijzen kon zijn versierd. Ook had men wel eens een ouwe-stompspeld, die men (onofficieel) op het uniform droeg. Dikwijls waren deze tekenen van waardigheid versierd met het lichtingsnummer. En verder was er nog het “Oude Stomp lied”.
Neerlands hoop – Vrolijke soldatenpotpourri
Daar komt de ouwe stomp aan
Dat voel je met je klomp aan
Opzij rekruten, red het vege lijf
Daar komt de ouwe stomp aan
Die heeft nergens zo de stront aan
Als een goedgekeurde flikker met S5
Maar ook een filler
Wil er bij de stomp niet in
Hij heeft het
Wat geeft het
Bij de maten naar zijn zin
En de meisjes van het bordel
Kennen de stomp onder de gordel
Ze kennen alle zwakke plekken
Van zijn blote lijf
Ja, de meisjes zijn er dol op
Ze genieten dan ook volop
Alle slappelingen vloeken ze weer stijf
Maar ook een filler
Wil er bij zo’n lichtekooi niet in
Zij heeft het
Wat geeft het
Bij de maten naar haar zin
Daar komt de ouwe stomp aan
Maar als het er op aan komt
Dan vecht die zich
De kloten van zijn lijf
Als straks de gelen komen
Zijn de roden reeds geveld
Wij kenden geen genade
Wij kenden slechts geweld
Wij stonden tot aan de Oeral
Tot de enkels in het bloed
Als wij de vrede handhaven
Dan doen we het ook goed
Als straks de gelen komen
Zijn de roden er geweest
Dat zal ik nooit vergeten
Dat wordt een kleurrijk feest
Het water van de Wolga
Komt tot aan de winterdijk
Als wij de vrede handhaven
Kijken wij niet op een lijk
Kokkie we komen d’r an
We hakken ze in de pan
Je kunt alvast de warme hap opzetten
En zit het een beetje mee
Dan eten we sate
Van het warme vlees aan onze bajonetten
Als ik naar het front toe ga
Zal ik denken aan mijn moeder
Dan word ik zo vechtlustig als de pest
Want wat was dat kreng een loeder
Ik mocht niet bij de commando’s
Niet eens bij de genie
Ik mocht met haar stratego spelen
Winnen mocht ik niet
Ik mocht niet bij de huzaren
Niet bij de artillerie
Ik mocht alleen maar paardje rijden
Op haar waterknie
Als ik naar het front toe ga
Zal ik aan je denken ma