Ook het Surinaams Nationaal Leger (SNL) heeft zijn eigen elite Commando eenheid, net als wij die in Nederland hebben.
Korps Speciale Troepen
De naam Korps Speciale Troepen (KST) is afgeleid van de Nederlandse KST ten tijde van de Nederlandse Politionele Acties in voormalig Nederlands-Indië. Het Surinaamse KST valt onder de bevelhebber van het Nationaal Leger (Brigade Generaal Ronni Benschop).
Binnen deze troepen opereren commando’s die zware militaire trainingen met de hoogste graad van gevechtsvaardigheden hebben ontvangen. Slechts militairen die zowel fysiek als mentaal sterk zijn, komen door de selectie en training. De commando-eenheid wordt ingezet bij acties in het kader van crisisbeheersingsoperaties.
Deze eenheid is te allen tijde, onder de meest extreme omstandigheden en met alle mogelijke middelen inzetbaar.
Het KST wordt ook ingezet voor ondersteuning van andere diensten, met name van de diverse veiligheids- en reddingsdiensten. Onder andere: het A- team, het Regionale Bijstand Team (RBT), de Brandweer en het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing (NCCR). De acties worden uitgevoerd in opdracht van de opperbevelhebber van het Nationaal Leger, de minister van Defensie en de bevelhebber van het Nationaal Leger.
Commando zijn, het doel waarnaar wij streven
Een zinsnede uit het Nederlandse commando lied dat tijdens de afsluiting van de Elementaire Commando Opleiding (ECO) word gezongen, werd op maandag 29 februari 2016 ook in de recreatiezaal op het terrein van de Memre Boekoe Kazerne gezongen.
Na een indoctrinatieperiode van drie maanden, startte de ECO 2015-01 op 5 oktober 2015. Dit traject begon met 83 cursisten waaronder 3 officieren. Dit is bijzonder omdat het voor het eerst in de commando geschiedenis is voorgekomen dat 3 officieren hieraan hebben deelgenomen. Van de 83 cursisten hebben 37 de eindstreep behaald. Na gebed van de legerpredikant, majoor Dr. S.M. Stewart, begon de ECO afsluitingsceremonie.
De commandant ECO, majoor E. Cairo, die samen met het instructieteam de opleiding heeft voorbereid, is trots op deze groep. Hij adviseerde de geslaagden om zich voorbeeldig te blijven gedragen. Hij verwees naar de zinsnede uit het strijdlied: “Commando zijn het doel waarnaar wij streven”, maar bovenal de commando belofte “verdraagzaamheid, eerlijk en voorbeeldig te zijn”. Hij sprak zijn speciale dank uit aan de minister van Defensie, de brigade generaal b.d. Ronni Benschop, die deze opleiding 8 jaar na de laatste ECO in 2008 mogelijk maakte. De minister gaf in zijn speech aan blij te zijn met de nieuwe aanwinst. Hij benadrukte dat dit nieuw team speciaal zal worden ondergebracht bij de KST. Nadat de cursisten hun strijdlied ten gehore hadden gebracht, kregen zij hun diploma’s uitgereikt. Ook de felbegeerde groene baretten mochten zij in ontvangst nemen.
De training
Het is een zeer zware opleiding, zegt de commandant ECO. Hier is de basis van de militaire vaardigheden verder aangescherpt. Franse instructeurs zijn aan deze opleiding toegevoegd. Het onderdeel Combat Life Saving is verzorgd door leden van de 9e RIMA uit het Franse Leger. Verder zijn trainingen in Jungle Combat en Rifle Precision Shooting verzorgd door het Franse vreemdelingen legioen. De trainingen waren gebaseerd op de nabootsing van het opereren achter vijandelijke linies, opereren in verstedelijkt gebied, sabotage, infiltratie, exfiltratie, hinderlagen, landnavigatie, overvallingen, rivieropereaties en nog veel meer. Aan het einde van de opleiding moesten de cursisten een vuurdoop ondergaan. De bedoeling van de vuurdoop is om cursisten te laten wennen aan geluiden, gewaarwording en psychologische druk van gericht vijandelijk vuur.
KST en Nederland
Het KST traint ook de lichte infanterie van de Nederlandse krijgsmacht (Korps Commandotroepen, Korps Mariniers en 11 Air Manoeuvre Brigade – Lucht Mobiel) vanaf de Ayoko-kazerne nabij Paramaribo.
Bramhdew Rampadarath uit Nickerie heeft geschreven op 9 juli 2020 om 11:51:
En toch zit ik met een 2 historisch problemen die ik niet begrijp. Misschien kan iemand mij dat uitleggen. Nederland was in de geschiedenis niet alleen baas over Suriname , maar ook baas over een groot gedeelte van Guyana (Berbice). Denk aan die slavenopstanden van toen en waarbij een heleboel Nederlandse Plantage-eigenaren zijn vermoord. N.B. Er zijn diverse boeken over dit onderwerp verschenen. Toch is bij teruggave van dit gebied, waarover Nederland zeggenschap had een betwist gebied ontstaan. Hoe kan dit. Op een perceel dat van jouw is kan toch geen stukje niemandsland ontstaan. Mijn tweede probleem is de inval in Tigri. Nederland had Suriname en de Nederlandse Antillen, na de tweede wereldoorlog en bang voor Indonesische toestanden in de west, autonomie gegeven. De koloniën mochten alles behalve buitenlandse zaken en defensie hebben . Daar zou Nederland voor zorgen. Johan Adolf Pengel maakte zich zorgen over onze westgrens en richtte de defpol (defensie politie) op. Voor de oudere onder ons: dat zijn die jongens in die fletsgroene uniformen. In het geheim had Pegel voor zware wapens gezorgd, maar dat mocht niet. Het Nederlands leger eiste al die zware wapens op en door al die stakingen uit die tijd werden de Defpol -jongens in de stad gebruikt tegen de stakers en betogers. Toen viel Guyana binnen. Het Nederland leger en al die Nederlandse militairen in Suriname scheten in hun broek en gaven niet thuis. Van het verdedigen van onze grenzen door Nederland was overduidelijk geen sprake. Toen werd het de Surinamers duidelijk. De Nederlanders waren hier om on uit te buiten en niet omdat ze van ons hielden. Reden voor mij om mij toen te scharen bij de groep Surinamers die onafhankelijkheid wilden. Een van de vele dingen die mijn teleurstelling in Nederland hebben gevoed. Voor velen van u, met name de Nederlanders, zal dit als een les hogere geschiedenis van Suriname lijken. Dat is het ook omdat het grote verschil tussen Surinaams en Nederlands onderwijs was dat wij in Suriname werden doodgeslagen met Nederlands aardrijkskunde en geschiedenis, terwijl de Nederlanders geen moer over Suriname geleerd hebben. Denk niet dat ik op dit punt alles weet, want ik zou graag willen weten hoe een betwist gebied in een door Nederland gecontroleerd gebied kan ontstaan. Misschien moet ik al hie historische stukken hierover bestuderen om dit te weten te komen. Conclusie probleem Tigri zou door Nederland en Engeland opgelost moeten worden. En omdat ze dat niet hebben gedaan zal dit als een soort tijdbom tussen Suriname en Guyana fungeren. Af en toe zal de bom barsten. Ik was een van de mannen van Defpol op Tigri gebied. Wij hadden hulp gevraagd aan de Nederlandse militairen die op Coeronie gelegerd waren, tijdens de inval van de Guyanezen. Maar hun hebben geweigerd om ons te helpen. Volgens mij waren die Nederlandse militairen niet opgeleid. Zij deden als of hun niks weten. En als ik de de hele verhaal van TRIS volgt, dan waren zij geen militairen maar vakantie gangers. De verhaal van Enclave Sebrenica wijs hoe bang de Nederlandse militairen zijn. En zo bang waren hun op Coeronie om on Defpol te helpen. Adjeu vaarwel bange Nederlandse militairen. Alleen in uw eigen land spelen jullie baas. In Buitenlandland zijn jullie pispot.
Benjamin Benjamin uit Wageningen heeft geschreven op 3 juli 2020 om 15:26:
Eind februari kreeg ik (TRIS, lichting 65-1) van de Veteranen club een uitnodiging voor een film, “Onze jongens in de jungle” geheten. Dat ging over de militaire dienst in Suriname in de jaren 50 -75. Ik heb weinig met de Veteranen club, vind het over het algemeen heren die een trauma hebben opgelopen, en laat de meeste uitnodigingen aan me voorbij gaan. Maar goed, voor deze gelegenheid dacht ik, misschien wel leuk, even terugblikken. In het Heerenstraattheater (Wageningen) met wat lotgenoten. Dat viel dus tegen, de film. Een breed uitgemeten verslag van een sergeant die was blijven hangen en met een local was getrouwd, een andere militair die een dammetje voor de opwekking van energie had gebouwd, wat beelden van een tocht door de jungle, lianen kappen, bivak opzetten, that was it. De regisseur en producent waren dertigers en waarschijnlijk nooit in dienst geweest, denk ik, in elk geval niet in Suriname en konden nauwelijks weergeven wat ons daar nou heeft beziggehouden. We hebben nooit iemand om zeep geholpen, maar het was wel een bijzondere tijd. ’s Ochtends op appèl, saluerend en krabbend aan je kloten vanwege de zakschimmel, ringworm. De zaterdagavond naar de enige hoer in town, Marie, “Jantje Poelepantje wil je neuken..”, waar de jongens voor in de rij stonden (Marie kon er van onderen een djogo instoppen zeiden de kenners) en na afloop een “broodje” (penisiline spuit op je fluit en daarna een strik erom) halen bij de hospik. Of muziek maken met de indos, bagus zoveel heimwee in die songs. Of de shoeshine sessies, spit and polish until mirrors…daar waren de blakkas weer goed in. Of de sporadische gevechten tussen de surinamers en indos, puur racisme. Of jongens die ’s nachts in de jungle in de hangmat huilden om hun moeder….De korjalen, kulamannen, de stroomversnellingen, sergeant Zebeda (blakka) die god beter het niet kon zwemmen, sergeant Hilbers (domme kaaskop) die met ons in de jungle verdwaalde, en wij zijn geweer en munitie moesten dragen op de terugweg, de klootzak; de piranhas, de indianen, curare pijltjes, brulapen en aras schieten en eten.. Brownsweg, Nickerie, Albina, de miljarden muggen in het moeras aan de kust, de eindeloze nachtwachten en maar zware shaggies roken…. Bij dat soort taferelen en beelden word ik nou enthousiast. Helaas pindakaas, niets van dat al. Het bleek dat van de filmbezoekers (de veteranen) geeneen in Suriname was geweest. Wel in Korea, Nieuw Guinea, of Nederlands Indïe waarbij de laatsten bij de rondvraag nog eens uitgebreid verslag gingen doen van hun diensttijd en ellende aldaar. Over traumas gesproken… B. Roelofsen
waarom niet in coeroenie, toen defpol werd aangevallen. pispotten van nederland in suriname
de domste militairen ter wereld zijn de Nederlandse militairen
Net zo min als Surinaamse militairen de domste ter wereld zijn geldt dat ook voor de Nederlandse. Ik begrijp jouw frustratie. Waar het om Defensie gaat geeft NL wereldwijd niet thuis en laat zijn militairen in crisisgebieden bedelen om uitrustingsstukken bij coalitiegenoten.
Hahahaha. wat een leuke verhalen.
ik had een leuke tijd
geen schimmel gehad
nooit sld1 geworden (110 strafdagen)
om de haverklap een broodje gehaald.
was verliefd, wou daar blijven.
mocht niet van mijn ouders.
Toch nog gonnoreu opgelopen.
Nee…. was toch een leuke tijd.