De Taak van de TRIS
De TRIS was verantwoordelijk voor de beveiliging van Suriname. De TRIS was ruim 1100 man sterk, onder wie ongeveer 300 burgerpersoneelsleden. Naast drie parate tirailleurscompagnieën bestond de TRIS uit een staf- en een verzorgingscompagnie. Daarnaast was er een militair hospitaal. De eenheden waren hoofdzakelijk in en rond Paramaribo gelegerd. In Brownsweg en in de grensplaatsen Albina en Nieuw-Nickerie waren permanent detachementen van pelotonsgrootte aanwezig (zie kaart). Vanuit deze plaatsen en vanuit Paramaribo werden regelmatig voet- en vaarpatrouilles ondernomen. De TRIS had ook een opleidingstaak. De Surinaamse vrijwilligers en dienstplichtigen werden door haar opgeleid, terwijl de vanuit Nederland gezonden militairen een aanvullende opleiding, waaronder een rimboetraining, kregen. De meeste opleidingen vonden plaats in het vijftig kilometer van Paramaribo gelegen Prinses Beatrix kampement, te midden van bos en savanne.
In de jaren 1968-1970 waren ook bij het vliegveld Coeroeni en andere plaatsen in het zuidwesten van Suriname militaire posten ingericht. Deze opgevoerde aanwezigheid hield verband met een grensgeschil tussen Suriname en het in 1966 onafhankelijk geworden Guyana. Als gevolg van dit conflict deed zich een aantal incidenten voor, waardoor de spanning in het ‘betwiste gebied’ tussen de Coeroeni en de bovenloop van de Corantijn enigzins opliep. In 1970 werd het geschil echter van zijn scherpe kanten ontdaan. Guyana en Suriname kwamen toen overeen via onderhandelingen een oplossing te vinden.
Naast haar militaire bezigheden rekende de troepenmacht, gedurende de laatste jaren, ook een aantal civiele bezigheden zoals:
- het begeleiden van wetenschappelijke expedities,
- het begeleiden van filmexpedities,
- het in kaart brengen van Suriname,
- het controleren van de jachtwet,
- het verzamelen en registreren van zeeschildpadeieren,
- het bewaren van de openbare orde,
- het verschaffen van geneeskundige zorg,
- het begeleiden van belangrijke personen (V.I.P.’s) welke Suriname bezochten,
- het waken over de brandveiligheid,
- het verzorgen van vakantietrips voor gehandicapte kinderen,
- het in stand houden van de wegen,
- het bouwen van recreatieruimtes en klinieken,
- het schoonhouden van begraafplaatsen,
- en het verlenen van steun bij sportwedstrijden.