Een aantal otters gereed voor vertrek op het PBK.
(Foto’s Chris van Dijk – Vzg-Cie 62-63)

De TRIS had vanaf 1960 de beschikking over 6 oude Otter Pantservoertuigen. De Otter, Light Reconnaissance Car (LCR), werd door General Motors Canada ontwikkeld als vervanger van de Humber LRC. Tussen 1942 en 1945 werden er 1761 Otters gebouwd in Oshawa, Ontario in Canada. De Otter was een gepantserde voertuig met tot 12 mm dikke bepantsering, had het chassis van een 4×4 Chevrolet C15A truck en werd aangedreven door een GM 270 6 cillinder motor. Als bewapening had de Otter, tijdens de tweede wereldoorlog, in eerste instantie de “Boys anti-tank geweer” en ten tweede een 7.7 mm Bren-gun mitrailleur door de smalle opening bovenin het open torentje.

Tijdens de tweede wereldoorlog deed de Otter dienst bij Canadeese eenheden. En na de oorlog had het Nederlandse leger enkele tientallen overgenomen van het Canadeese leger. Enkele van deze voertuigen werden gebruikt in Suriname. De Boys Anti-tank gun werd vervangen door een .50 mitrailleur.

Het uitzicht voor de bestuurder was minimaal, zelfs met de kleppen open. Het voertuig bood plaats voor drie personen.

Het gewicht van dit voertuig: 4,44 t, lengte: 4,50 m, breedte: 2,16 m, hoogte: 2,44 m, motor: GM-270 6 cilinder benzine motor, vermogen: 106 pk (79 kW) bij 3000 rpm. snelheid: 75 km/uur.
De dikte van de bepantsering van het voertuig was van het torentje 8 mm, de voorplaat 12 mm, de zijkanten 8 mm, de achterkant 10 mm en de bovenkant 12 mm.